Het ontstaan van de Kabanga Hospital Foundation

Gauke Kooistra, Sophie van Maaswaal, Alies Nieborg, Marjon Zandbergen

In september 2008 vertrokken Alies Nieborg, Marjon Zandbergen en Sophie van Maaswaal en ik naar het Kabanga Hospital om daar onze vierdejaars stage te lopen voor de hbo-verpleegkunde opleiding. Na een lange reis kwamen we aan in het Kabanga Hospital. Een klein perifeer missieziekenhuis in het afgelegen westelijk deel van Tanzania vlak op de grens met Burundi.

In de eerste weken waren we vooral bezig met ‘iets concreets’ te zoeken om mee aan de slag te gaan. Er waren tal van schrijnende zaken en in onze ogen 1001 dingen om aan te pakken maar toevallig ontmoeten we op een ochtend de Tanzaniaanse dr. Wellingtone Kabadi in het kantoor van sr. Eva (hospital administrator). Dr. Kabadi was pas afgestudeerd als oogarts en had een semi-westers opleiding genoten in Dar es Salaam en Moshi. Een echte Tanzaniaan met typisch Afrikaans temperament maar ook met hart voor de zaak, verantwoordelijkheidsgevoel en een westerse manier van denken. We raakten aan de praat en hij vertelde zo enthousiast over zijn ‘droom’, dat wij dat ook werden. Dr. Kabadi wilde graag een eigen oogafdeling opzetten met daarin een polikliniek, een operatie kamer en een aantal afdelingsbedden. Wij zagen dat ook wel zitten. Hij vroeg of we even wilden blijven wachten op de office. Hij ging snel naar zijn huis op het ziekenhuis terrein en kwam terug met een notitieblok waarin hij allemaal aantekeningen had gemaakt. Voor ons was de keuze snel gemaakt. Dit werd ons stage project.

Tegelijkertijd was er die week een Amerikaanse oogarts, John Cheatham, die het ziekenhuis bezocht. We hadden al kennisgemaakt omdat we in hetzelfde vliegtuig zaten vanuit Dar es Salaam naar Kigoma. John reed vervolgens met ons mee naar het Kabanga Hospital. Hij had via Father Paul (een blanke priester in het vluchtelingenkamp nabij Kasulu) ook vernomen dat dr. Kabadi ambitieuze plannen had. John en Paul kenden elkaar van hun studietijd in Amerika. John was een man met een bijzonder verhaal en bleek later zeer belangrijk voor de voortgang van het oogproject. John is in Amerika opgegroeid en heeft jarenlang overal ter wereld succesvol gewerkt in de financieel sector. Daarmee heeft hij een flink vermogen opgebouwd. Dit vermogen is grotendeels in een familiefonds terecht gekomen. Hij vertelde maar al te graag over zijn werkzame periode in Indonesië. Daar had hij intensief samengewerkt met Nederlanders die daar werkten voor KLM. We hadden een klik met hem en zoals hij tijdens een biertje altijd mooie verhalen vertelde over zijn zwak voor ‘the Dutch’.

John was zeer begaan met de vaak arme lokale bevolking in ontwikkelingslanden. Hij kon moeilijk omgaan met de grote verschillen tussen arm en rijk en had een hekel aan politiek. Rond z’n veertigste kwam er een ommekeer in zijn leven. Hij had sterk het gevoel om iets te moeten doen voor de armen. Met die motivatie is hij op latere leeftijd begonnen aan de geneeskunde opleiding om oogarts te worden. John was in vele opzichten een bijzonder persoon. Een vaste woon of verblijfplaats kende hij niet. Hij had wel een appartement in Atlanta waar hij maar een paar maanden per jaar verbleef. Samen met zijn broers pasten ze per toerbeurt op hun oude moeder, maar John was eigenlijk altijd onderweg. Er zijn weinig plekken op deze wereld waar hij niet is geweest. Gekscherend zei hij tegen me dat hij nog eens een boek zou schrijven getiteld ‘a life without furniture’.

In de eerste maanden van onze stage waren we druk met het maken van protocollen en het opzetten van de oog afdeling. Er werd een operatiekamer ingericht met daarbij een voorraad kamer voor alle materialen en sterilisatie apparatuur. Op de polikliniek hielpen we verpleegkundige Tunu met het screenen en op de afdeling trainden we personeel om pre en post operatieve controles uit te voeren. Het plan was om als spin-off voor het oogheelkunde project in de eerste twee weken van november 2008 zoveel mogelijk patiënten met cataract te opereren. John had geregeld dat een bevriende oogchirurg samen met zijn vrouw en tevens operatie assistent (Robert en Susan Brown) langs zouden komen in Kabanga om te operaties uit te voeren.

In die twee weken tijd hebben we samen 225 operaties uitgevoerd. Onze taak was om het proces zoveel mogelijk te ondersteunen en alles in goede banen te leiden zodat dr. Robert en dr. Kabadi zoveel mogelijk konden opereren. John was voortdurend aan het screenen op de polikliniek en overal waar maar plek was in het ziekenhuis lagen oogheelkunde patiënten. Kortom, de start van het project begon met een enorm succes. De patiënten konden met een relatief simpele ingreep weer zien! Ze hadden weer een toekomst en konden weer meedraaien in de maatschappij.

In de weken daarna bleven er maar patiënten komen vanuit de gehele regio omdat ze prachtige verhalen gehoord hadden van post-op patiënten die vertelden dat “Mzungu” (blanke) dokters en verpleegkundigen hun weer hadden laten zien. Het was bijzonder en zeer dankbaar om deze arme bevolking met een relatief simpele ingreep hun zicht weer terug te geven en ze weer zichtbaar gelukkig te maken. John was echter altijd zeer gedreven om maar zoveel mogelijk mensen te helpen. Hij keek nooit achterom naar de succesvolle en mooie verhalen, maar wilde altijd op zoek naar meer patiënten om te helpen… John zei altijd: ‘it’s my mission to prevent the poor from avoidable blindness’.

Elke ochtend na een operatie dag gingen we samen met dr. Kabadi de afdeling op voor de ‘ward round’. Altijd een bijzonder moment omdat dan het oogverband er af ging en mensen voor het eerst konden zien. Ik heb tal van mooie herinneringen uit die tijd maar een paar zullen mij voor altijd bijblijven. Een ouder echtpaar, beide bilateraal (beiderzijds) cataract. Ze hadden elkaar al 20 jaar niet gezien. Die dag kon dat weer. Een Oma die voor het eerst haar kleinkind kon zien in plaats van voelen. Een jonge moeder met traumatische cataract, had terwijl ze blind was vier kinderen gekregen. Ze zag haar kinderen voor het eerst… Prachtige momenten.

Rond januari 2009 zat er inmiddels een vast ritme in. Maandag patiënten screenen en opnemen in de polikliniek. Dinsdag operatiedag. Woensdagochtend post-op patiënten ontslaan en s ‘middags weer nieuwe patiënten screenen en opnemen via de poli. Donderdag operatiedag en vrijdagochtend post-op patiënten ontslaan naar huis. Het weekend was om bij te komen en om ‘on call’ te zijn voor eventuele spoedklussen.

Onze stageperiode zat er bijna op. Alies en ik zaten in de Jeep onderweg naar Kasulu, een nabijgelegen dorp met een iets grotere markt dan in Kabanga. Het was een prachtige ‘droge’ dag, midden in het regenseizoen en de stoffige wegen waren veranderd in gigantische modderpoelen. Op een gegeven moment keek Alies me doordringend aan en zei “wat gaan we doen Gauke’. Ze doelde op onze terugkeer naar Nederland over een aantal dagen. Na deze prachtige stage was het de bedoeling om af te studeren. Veelal bestond dat uit het schrijven van een saaie, droge scriptie als afronding van de opleiding. We hadden eerder de deal al gemaakt om dit samen te doen. Alies vervolgde haar verhaal en al snel kwamen we tot de conclusie dat voor ons gevoel ‘ons werk’ in Kabanga nog lang niet af was..

Terug in Nederland waren Alies en ik in gesprek met onze docent begeleider. Voor mijn gevoel moest en zou ik terug naar Kabanga en er waren simpelweg twee opties. Ik zou een half jaar studievertraging oplopen of we gingen samen kijken naar de mogelijkheid om onze scriptie te schrijven over het oogheelkunde project in Kabanga. Het is de tweede optie geworden. We gingen onderzoek doen om de kwaliteit van pre- per en postoperatieve zorg te verbeteren binnen de afdeling oogheelkunde in Kabanga. Tijdens mijn drie weken in Nederland bood John me een baan aan als project coördinator voor het oogheelkunde project in Kabanga. Dr. Kabadi had namelijk aangegeven dat hij hulp nodig had om het project verder te professionaliseren en personeel te trainen. John kon zelf niet langer in Kabanga blijven omdat hij een ander project in Guatemala had lopen. Hij wilde graag dat ik samen met dr. Kabadi het project ging leiden. Alies bleef in Nederland en ging onderzoek doen naar hoe oogheelkunde in Nederland is georganiseerd en ging zich verdiepen in de ontwikkeling door de jaren heen. Dit resulteerde in tips en tricks die we vervolgens in Kabanga konden implementeren.

Voor de tweede keer reisde ik af naar het Kabanga Hospital. Dit keer alleen en met een duidelijk doel. Samen met dr. Kabadi de oogafdeling door ontwikkelen. De eerste paar weken bestond vooral uit professionaliseren en het trainen van personeel. We maakten lange werkdagen in het ziekenhuis. Het was een mooie tijd waarin ik bijzondere vriendschappen opbouwde dr. Kabadi en met het personeel. Op een ochtend kwam Justin naar ons toe. Hij was ‘ward assistent’ een soort afdelingsassistent. Hij had gezien wat voor prachtige resultaten wij boekten met het opereren van blinde mensen. Hij gaf aan dat het zijn droom was om daar aan bij te dragen. Justin was een jongen met veel potentie. In eerste instantie hebben wij hem opgeleid binnen de afdeling. Als blijk van waardering heb ik hem meegenomen op werkbezoek naar het CCBRT ziekenhuis in Dar es Salaam. Hij mocht voor het eerst in zijn leven vliegen, en naar de grote stad! Een aantal jaar later is hij met steun vanuit Nederland verpleegkundige geworden. Tot op de dag van vandaag werkt hij nog samen met dr. Kabadi en zijn team. Na weken van hard werken en trainen kwam er een soort van routine in de werkwijze. De patiënten bleven alsmaar komen vanuit de hele regio en via radioboodschappen op Kasulu Radio hadden we een groot bereik. Ook maakten we gebruik van de voorgangers van kerken. Zij waren ideaal in het verstrekken van informatie over ons werk.

In het voorjaar van 2009 kwamen we erachter dat we nog een groter bereik zouden krijgen als we op locatie in omringende ziekenhuizen zouden gaan opereren. Het bleek een hele opgave voor patiënten en diens familie te zijn om af te reizen naar Kabanga. Het bleek effectiever om ze in een dichterbij gelegen ziekenhuis te behandelen. De eerste surgical outreach was naar het Kibondo Hospital. Een ziekenhuis 150km verderop. Het personeel aldaar had zelf al in de maanden daarvoor patiënten gescreend. Toen wij aankwamen zaten deze in grote getalen te wachten op dr. Kabadi. Het principe was simpel. De eerste dag tot s ‘avonds laat door met screenen van patiënten en OK-lijsten maken. De dagen daarna elke ochtend een afdelingsronde en ongeveer 20 ingrepen per dag verrichten. Op vrijdagochtend de laatste post operatieve ontslaan en vervolgens weer terug rijden naar Kabanga. De autorit terug was geen straf met prachtige uitzichten door het ruige heuvel en bergachtige gebied vlak op de grens met Burundi. Later werd ook het ziekenhuis in Kigoma toegevoegd aan de surgical outreach.

In juni 2009 zat mijn werk er op. Ik had een half jaar gewerkt als coördinator en was bijna een jaar in Tanzania geweest. Een ontzettend afgelegen, klassiek Afrikaans, maar bovenal prachtige plek. Het project liep goed, de teamleden waren inmiddels ingewerkt binnen het oogproject en op elkaar ingespeeld. Ik probeerde al steeds meer afstand te nemen en op een dag kwamen ze aan mij vragen of ze het in mijn ogen goed deden.

Dat was voor mij het moment om afscheid te nemen. Ik keek in die tijd met veel voldoening terug. Het was ons gelukt om een klein team van enthousiaste mensen bij elkaar te krijgen en efficiënt te laten samenwerken zodat ze goede oog zorg konden bieden aan de vele patiënten. Dr. Kabadi was ontzettend dankbaar en tevreden met zijn ‘eye department’.

Toen ik terugkwam in Nederland hebben Alies en ik in drie weken de gehele scriptie afgemaakt en ingeleverd. Daar kregen we een cijfer acht voor en daar waren we best tevreden mee. Echter onze docent-begeleiders hadden grotere plannen. Onze scriptie was ingediend voor de Hanze Innovatie prijs 2009. En wat gebeurde er… die wonnen we! Stomverbaasd was ik. Samen met twee andere projecten; een energiezuinige tuctuc en een virtual reality bril waren we genomineerd voor de prijs. Nooit had ik gedacht dat we dat zouden winnen, het ging om tenslotte om innovatie. Voldeden wij daar ook aan? Wij waren maar ‘gewoon’ begonnen om een droom van een Afrikaanse dokter te verwezenlijken en zoveel mogelijk patiënten te helpen. We kregen ineens volop media aandacht voor ‘ons oogproject’ daar in het verre Tanzania.

In november dat zelfde jaar kwam plots het nieuws dat John Cheatham was overleden tijdens het bergbeklimmen met zijn broer in Amerika. Sprakeloos en verdrietig was ik. John met wie ik zeer intensief had samengewerkt in Tanzania, mijn mentor van wie ik veel had geleerd. Hij was een vraagbaak en inspiratiebron voor mij, met een heldere blik op ontwikkelingshulp. Ik had veel geleerd van zijn jarenlange ervaring die hij tijdens tal van projecten had opgedaan en hoe hij op geheel eigenwijze manier te werk ging. Ik had nooit kunnen bedenken dat Kabanga Hospital’s eye department zijn laatste klus ging worden. Zonder John was dit ons nooit gelukt.

Na zijn dood kwam ik pas in contact met zijn vrouw Anne. Ik had van John al veel verhalen over haar gehoord. Anne woont in Duitsland en ze wilde graag betrokken blijven bij Johns werk. Ze had zijn stichting overgenomen en wilde het oogproject in Kabanga blijven ondersteunen.

Ook het opleidingsziekenhuis van dr. Kabadi was betrokken bij het project. CCBRT is een groot ziekenhuis in Dar es Salaam. Ze zijn gespecialiseerd in brandwonden, orthopedie en oogheelkunde. Dr. Kabadi is hier deels opgeleid en via John zijn ze vanaf het begin betrokken geweest in het ondersteunen van het oogproject. In 2010 is het gelukt om ze financieel bij te laten dragen en het project op afstand min of meer te adopteren met kennis en geld. Dat was geweldig! Het project had goede ondersteuning en bleef draaien onder leiding van dr. Kabadi.

Een leuke anekdote uit die tijd(2009) is dat Koningin Beatrix in Groningen aanwezig zou zijn bij het Prins Claus concert door het Noord Nederlands Orkest. Zij had ‘via via’ kennisgenomen van ons project in Kabanga. Omdat Prins Claus altijd een zwak had voor Afrika wilde zij ons graag ontmoeten in de pauze tijdens het concert. In amper 10 minuten hebben Alies en ik met haar gesproken over ons project in Tanzania en de prachtige tijd die we daar hebben gehad. Een bijzonder moment.

Daar bleef het allemaal niet bij want Alies Nieborg, onze HBO-V docent Johan van Wieren en ik hebben in Maart 2010 de stichting opgericht. Met totaal geen ervaring maar wel veel ambitie zaten we op een zonnige dag in maart eerst bij Notaris Kuipers aan de Heresingel in Groningen, en later die dag bij de Rabobank. Diezelfde week was de inschrijving bij de kamer van koophandel geregeld en ineens waren we bestuursleden. De stichting was geboren.

Sinds de eerste ontmoeting in 2008, maar later ook na de oprichting van de stichting is er een prachtige samenwerking ontstaan waarin we tal van mooie resultaten hebben geboekt. Nu ruim 9 jaar later is er nog wekelijks contact met het ziekenhuis, veelal met sr. Eva. Zij is het hoofd van de administratie en samen met een klein aantal personeelsleden vormen zij de ruggengraat van het ziekenhuis.

Ons doel is en blijft om op vraag gestuurde wijze de ‘oud collega’s’ in het Kabanga Hospital te ondersteunen. Wij hebben niet de intentie om daar de wereld te verbeteren maar door vanaf de zijlijn te ondersteunen met kennis, materialen en geld kunnen de afrikanen in het Kabanga Hospital doen waar ze goed in zijn: ‘serving the poor’.

 

Gauke Kooistra
Voorzitter Kabanga Hospital Foundation